Illustration
bonbon - snoopje

GENEESMIDDELEN EN HET BESTUREN VAN EEN VOERTUIG

driving.png

Ga na of een geneesmiddel een invloed kan hebben op uw rijvaardigheid

Veel geneesmiddelen kunnen de waakzaamheid verminderen en daardoor een mogelijk risico inhouden bij het besturen van een voertuig.
Lees altijd eerst de bijsluiter, in het bijzonder de rubriek “Besturen van voertuigen en het gebruik van machines”, om de mogelijke invloed van een geneesmiddel op de rijvaardigheid te kennen. U vindt er alle nuttige informatie terug.
Indien u twijfelt, aarzel dan niet om raad te vragen aan uw arts en/of apotheker.
Opgepast: ook een geneesmiddel vrij van medisch voorschrift kan een invloed hebben op uw rijvaardigheid.

Welke geneesmiddelen

De meest gekende farmacologische groepen van geneesmiddelen met een potentieel gevaarlijke invloed bij het besturen van een voertuig zijn onder meer:

  • antihistaminica (geneesmiddelen tegen allergie),
  • slaap- en kalmeringsmiddelen (bijvoorbeeld hypnotica, sedativa, anxiolytica).

Maar ook andere geneesmiddelen kunnen een effect hebben zoals:

  • hoeststillende middelen (bijvoorbeeld hoestsiropen),
  • antidepressiva,
  • anti-epileptica,
  • oogpreparaten (bijvoorbeeld oplossingen).

Mogelijke negatieve effecten

De mogelijke negatieve effecten op de rijvaardigheid zijn uiteenlopend, waaronder:

  • een kalmerend effect dat slaperigheid, verminderde alertheid en de vermindering van uw reflexen kan teweegbrengen,
  • een vermindering van uw beoordelingsvermogen (bijvoorbeeld agressiviteit, euforie, verlies van gevoel van gevaar),
  • verminderd gezichts- of coördinatievermogen.

Aandachtspunten

  • Iedereen reageert anders op een geneesmiddel: afhankelijk van de leeftijd, de individuele gevoeligheid, de wisselwerking met andere geneesmiddelen die de patiënt neemt of de algemene gezondheidstoestand. Het effect van een geneesmiddel en de werkingsduur ervan variëren van persoon tot persoon.
  • Het is ook belangrijk om te weten dat bepaalde geneesmiddelen nog een lange tijd in het lichaam blijven na de laatste inname.
  • Er kunnen ontwenningsverschijnselen optreden na stopzetting van de behandeling met bepaalde geneesmiddelen. Deze kunnen ook een invloed hebben op de rijvaardigheid.
  • Een wijziging van het tijdstip van de inname of van de dosis kan de effecten van het geneesmiddel veranderen en een gevolg hebben op uw rijvaardigheid. Doe dit dus nooit zonder advies te vragen aan uw arts of apotheker.
  • Diabetici die een insulinebehandeling krijgen of orale antidiabetica nemen, moeten ook extra voorzichtig zijn achter het stuur. Zij lopen het risico van hypoglykemie en kunnen daardoor onwel worden tijdens het rijden.

Voorzorgsmaatregelen

  • Vermijd de combinatie van geneesmiddelen met alcohol. Alcohol is gekend omwille van de invloed op de rijvaardigheid. De combinatie van een geneesmiddel en alcohol kan leiden tot een zeer gevaarlijk rijgedrag.
  • Stop onmiddellijk wanneer u een negatief effect bij het rijden ondervindt (bijvoorbeeld slaperigheid, verminderde alertheid, vermindering van uw reflexen, verminderd gezichts- of coördinatievermogen).
  • Probeer niet om deze sedatieve effecten te bestrijden door het drinken van koffie.

Deze waarschuwingen zijn van toepassing op het besturen van elk gemotoriseerd voertuig, maar ook op de fiets en op het gebruik van machines.

Meer informatie

Internetsite van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid bvba: www.bivv.be